ADVIES

BTW wijziging vanaf 1 januari 2013

13/12/2012

Vanaf 1 januari 2013 gelden er een aantal nieuwe regels inzake de aftrek en de opeisbaarheid van de BTW.  De nieuwe regels zijn van toepassing voor de elektronische facturen, maar gelden ook voor de gewone papieren facturen. Wij gaan het hier enkel hebben over de papieren facturen.

Voortaan maakt het louter uitreiken van een factuur vóór de levering of betaling, de BTW niet meer opeisbaar.

 

De BTW en de factuur

Tot op heden kon men enkel de BTW aftrekken als men een factuur had. Vereiste is dat de factuur alle verplichte BTW-vermeldingen bevat. Zonder de verplichte BTW-vermeldingen is de BTW niet aftrekbaar.

Vanaf 2013 zal de factuur op zich niet automatisch recht op BTW-aftrek geven. Net zoals bij de elektronische facturen moet men ook bij de gewone facturen de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud kunnen waarborgen. Men moet  vanaf nu kunnen aantonen dat de factuur overeenstemt met een werkelijke levering. Elke bedrijfscontrole die een betrouwbaar controlespoor tussen een factuur en een levering van een goed of een dienst aantoont, kan worden gebruikt om deze waarborg te leveren. Die bedrijfscontroles kunnen bijvoorbeeld bestaan in het in overeenstemming brengen van bewijsstukken van de onderneming, waardoor wordt aangetoond dat de facturering deel uitmaakt van een geïntegreerd bedrijfs- en boekhoudproces en niet als een alleenstaand proces. Een betrouwbaar controlespoor moet een verband kunnen aantonen tussen de handeling en de facturering, zodat kan worden gewaarborgd dat de uitgereikte factuur een handeling weerspiegelt die werkelijk heeft plaatsgevonden.

Concreet betekent dit dat men naast de factuur ook nog een bestelbon of leveringsbon moet hebben. Ook onderliggende contracten of transportbewijzen kunnen als bewijs dienen. Kortom al de stukken die de uiteindelijke factuur ondersteunen dienen bijgehouden te worden om recht op aftrek te hebben.

 

Opeisbaarheid van de BTW

Vandaag komt de regeling er samengevat op neer dat de BTW in beginsel opeisbaar wordt op het moment van levering of voltooiing van de dienst. Op dat moment moet de leverancier de BTW doorstorten en kan de afnemer de BTW aftrekken. Een uitzondering is er echter wanneer er op voorhand een factuur wordt uitgereikt of een betaling wordt ontvangen. Dan is de BTW opeisbaar op het moment dat de factuur wordt uitgereikt of de betaling wordt ontvangen.

Vanaf 1 januari 2013 zal deze regeling bij vooruitbetalingen wijzigen. De nieuwe regeling bepaalt dat “indien vooruitbetalingen worden gedaan alvorens de goederen zijn geleverd of diensten zijn verricht, de belasting opeisbaar wordt op het tijdstip van ontvangst van de vooruitbetaling, ten belope van het ontvangen bedrag”. Dus enkel een betaling vóór de levering of voltooiing van de dienst, kan de BTW vooraf opeisbaar maken. Dit heeft als gevolg dat een voorafgaande factuur de BTW niet meer opeisbaar maakt, tenzij de betaling gelijktijdig gebeurt. Dit heeft ook zijn gevolgen voor het ogenblik waarop de BTW aftrekbaar wordt.

Dwz dat als men een voorschotfactuur opmaakt, de BTW niet meer moet afgedragen worden en ook niet meer aftrekbaar is, tot de datum van betaling of uiteindelijke levering of voltooiing van de dienst.

Maar de wetgever geeft zelf aan dat wij artikel 51, §1, 3° niet uit het oog mogen verliezen. Dit artikel bepaalt dat de belasting verschuldigd is door eenieder die op een factuur BTW vermeldt, zelfs indien er geen goed werd geleverd noch een dienst werd verstrekt. Deze bepaling is er voornamelijk om fiscale fraude tegen te gaan. Dit wil dus zeggen dat indien men een voorschotfactuur maakt, zonder dat deze wordt betaald, de BTW onmiddellijk moet afgedragen worden, maar deze BTW is niet meer aftrekbaar bij de afnemer tot deze factuur betaald is of de levering van het goed of de dienst heeft plaatsgevonden. Maw de leverancier moet de BTW  wel al betalen, maar de afnemer kan de BTW nog niet aftrekken.

Het is niet meteen duidelijk wat de wetgever met deze toelichting juist heeft bedoeld, maar het lijkt erop dat men wil zeggen dat een onderneming niet zomaar een factuur mag uitreiken vooraleer de levering of betaling heeft plaatsgevonden. Het spreekt dus voor zich dat men vanaf 2013 voorzichtig moet zijn met het opmaken van voorschotfacturen en dat dit een aanpassing van de boekhouding vereist.