ADVIES
9/03/2010
Iedere ondernemer die een zelfstandige activiteit wil opstarten moet een handvol verplichtingen nakomen. We zetten ze voor u op een rijtje.
Elke zelfstandige is verplicht een zichtrekening te openen bij een financiële instelling. Deze rekening moet verschillen van de privé rekening en mag enkel gebruikt worden voor professionele verrichtingen. Dit rekeningnummer moet vermeld worden op alle facturen, rekeninguittreksels en andere documenten waarmee een betaling gevorderd wordt.
De zelfstandige moet zich aansluiten bij een ziekenfonds omdat de uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid of terugbetaling van medische prestaties gebeuren door een ziekenfonds.
Binnen de 90 dagen na aanvang van een zelfstandige activiteit moet de zelfstandige zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Hierdoor is men verzekerd voor zowel grote als kleine risico’s.
Iedere zelfstandige die een handelsactiviteit wil uitoefenen moet zich bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen inschrijven. Dit gebeurt bij de ondernemingsloketten. Elke onderneming krijgt hier een uniek nummer dat dienst doet als BTW-nummer, handelsregisternummer, rechtspersonennummer en ondernemingsnummer. Alle facturen, brieven, orders, enz uitgaande van de onderneming moeten steeds het ondernemings-nummer vermelden.
Bij de inschrijving in de KBO moet men de volgende documenten voorleggen :
Indien u een BTW-activiteit uitoefent, moet eerst het BTW-nummer geactiveerd worden. Nadien zal u iedere maand of per kwartaal de periodieke BTW-aangiftes moeten indienen.
Kleine ondernemingen, met een jaaromzet van minder dan 0,5 miljoen euro, mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren. Dit wil zeggen dat er een aankoopdagboek, verkoopdagboek en financieel dagboek moet bijgehouden worden.
De vestigingswet bepaalt de reglementering waaraan men moet voldoen om als zelfstandige een bepaald beroep te mogen uitoefenen. De wetgeving omschrijft welke activiteiten binnen de reglementeringen vallen, welke kennis hiervoor moet aangetoond worden en hoe men deze kennis kan aantonen. Al deze reglementeringen werden ingedeeld in vier grote clusters. Deze vier clusters zijn :
De ondernemer moet hiervoor basiskennis bedrijfsbeheer kunnen aantonen. De basiskennis van het bedrijfsbeheer kan bewezen worden hetzij op basis van de studies, hetzij op basis van het beroepsverleden.
Ondernemers die een gereglementeerd beroep willen uitoefenen, moeten het bewijs leveren van hun specifieke beroepsbekwaamheid. Voor elk gereglementeerd beroep werd, via een KB, bepaald welke diploma’s in aanmerking komen om de beroepskennis aan te tonen. Men kan de vereiste beroepskennis ook aantonen via beroepservaring als werknemer of als zelfstandige. Vereist is dan dat men in de afgelopen 10 of 15 jaar minstens 3 of 5 jaar ervaring opdeed in een onderneming die zelf in regel was voor het betrokken beroep.
Voor de uitoefening van een aantal beroepen moeten specifieke vergunningen aangevraagd worden. De voornaamste vergunningen zijn :