ADVIES

Inhoudingsplicht bedrijfsvoorheffing voor bedrijfsleiders

13/12/2013

Volgens de fiscale wetgeving moeten de schuldenaars van belastbare bezoldigingen de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op deze bezoldigingen inhouden en doorstorten aan de Schatkist. Deze doorstorting moet gebeuren binnen de 15 dagen na het verstrijken van de maand waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend.

In de praktijk komt het vaak voor dat bij de berekening van de bedrijfsleidersbezoldiging de in te houden bedrijfsvoorheffing wordt vastgesteld op basis van een vast bedrag of op basis van de personenbelasting van de bedrijfsleider.

De wet bepaalt daarentegen de barema’s voor deze bedrijfsvoorheffing. Deze schalen houden onder meer rekening met de hoogte van de bezoldiging, het belastingvrije minimum en het aantal kinderen dat de genieter ten laste heeft. De barema’s staan met andere woorden dus los van de volledige persoonlijke toestand in de personenbelasting van de genieter (met bijvoorbeeld de aftrekken en de verminderingen die van toepassing zouden zijn voor de enige en eigen woning, giften, enz.), maar eveneens van het feit of de genieter tijdens het belastbare tijdperk al dan niet voorafbetalingen heeft gedaan.

De fiscus zal er echter streng op toezien dat ook op de bezoldigingen van bedrijfsleiders, net zoals bij de bedienden en de arbeiders, de minimale bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden. Dit naast de wettelijke verplichting om voorafbetalingen te doen in zoverre de verplicht in te houden bedrijfsvoorheffing onvoldoende zou zijn.
Beide verplichtingen, zijnde het betalen van bedrijfsvoorheffing en het doen van persoonlijke voorafbetalingen, zijn dan ook cumulatief te voldoen.

Wat wordt nu eigenlijk verstaan onder “bedrijfsleidersbezoldingen”?
Het betreft alle vaste of veranderlijke bezoldigingen die vennootschappen toekennen aan hun bedrijfsleider en die niet een terugbetaling zijn van kosten eigen aan de vennootschap, alsook alle voordelen van alle aard en de geherkwalificeerde huurinkomsten in een bezoldiging bij de bedrijfsleider. Deze inkomsten moeten worden vermeld op een fiche 281.20.

Let wel op. Als er geen bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden, moet er toch nog steeds een aangifte bedrijfsvoorheffing ingediend worden, zij het dan een nihilaangifte.

De tantièmes, zijnde het deel van de winst die bij beslissing van de algemene vergadering worden toegekend aan de bedrijfsleiders, ondergaan een speciale regeling.
Zo worden de tantièmes geacht te zijn betaald op datum waarop ze door de algemene vergadering zijn toegekend.
Ze moeten bovendien ook worden vermeld op de fiche 281.20 maar dan op de fiche met betrekking tot het jaar van de toekenning of betaalbaarstelling.

Indien de vennootschap geen of onvoldoende bedrijfsvoorheffing inhoudt op de betaalde of toegekende bezoldigingen volgens de wettelijk vastgestelde schalen, dan kan de fiscale administratie de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing alsnog vorderen van de vennootschap. Bovendien kan de fiscus diezelfde niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing als bijkomend voordeel van alle aard belasten bij de bedrijfsleider.

Vennootschappen die in 2013 volgens de wettelijke barema’s onvoldoende bedrijfsvoorheffing hebben doorgestort op de betaalde of toegekende bezoldigingen aan bedrijfsleiders, kunnen deze toestand nog spontaan rechtzetten en dit ten laatste tot eind 2013.
Doet men dit niet, dan kan de belastingadministratie naast de wettelijke nalatigheidsintresten van 7% ook een administratieve geldboete toepassen. Deze geldboete is normaliter gelijk aan 10% van de niet-betaalde som met een minimum van 50,00 € en een maximum van 1.250,00 €.

Vanaf 2014 gaat de fiscus strenger toezien op de correcte inhouding en systematische controles uitvoeren. Bovendien zullen de voormelde sancties worden toegepast op alle overtreders.

De functie van bedrijfsleider kan echter ook worden uitgeoefend door een rechtspersoon.
Betreft het een Belgisch of buitenlands rechtspersoon, dan moet er geen bedrijfsvoorheffing worden doorgestort.
De bedragen dienen echter wel te worden vermeld op een fiche 281.50 indien het een Belgisch rechtspersoon betreft en op een fiche 281.30 wanneer het een buitenlands rechtspersoon betreft.