ADVIES

Verhoging roerende voorheffing

7/12/2015

Eén van de vele maatregelen van de taxshift is de verhoging van de roerende voorheffing van 25% naar 27% vanaf 1 januari 2016.

Voor welke inkomsten ?

De roerende voorheffing stijgt van 25% naar 27% op dividenden en interesten. Deze verhoging is ook van toepassing op de liquidatieboni bij de vereffening van vennootschappen.

De liquidatiereserve blijft buiten schot. Indien u een liquidatiereserve aanlegt en 10% roerende voorheffing betaald, dan zal men bij de uitkering na 5 jaar nog altijd maar 5% roerende voorheffing moeten betalen. Indien u binnen de 5 jaar uitkeert, dan stijgt de roerende voorheffing van 15% naar 17%. Bij vereffening van de vennootschap moet er op de liquidatiereserve geen roerende voorheffing betaald worden.

Voor de “vastgeklikte” reserves in kapitaal, stijgt het tarief van 15% naar 17% op kapitaalverminderingen die binnen de twee jaar (kleine vennootschappen) of vier jaar (grote vennootschappen) plaatsvinden.

Voor de interesten van de thematische volksleningen en voor de dividenden uit vastgoedbeleggingsvennootschappen stijgt de roerende voorheffing van 15% naar 27%.

Voor welke inkomsten stijgt de roerende voorheffing niet ?

Kleine vennootschappen die werden opgericht na 1 juli 2013 en die aan een aantal voorwaarden voldoen kunnen nog altijd dividenden uitkeren aan 15% roerende voorheffing.

Ook voor de zogenaamde Letermebons en voor het gedeelte van de interesten op spaarboekjes dat de vrijgestelde schijf overschrijdt, blijft het verlaagde tarief van 15% behouden. Ook auteursrechten blijven genieten van het gunsttarief van 15%.

Anticiperen

Als u van plan bent om dividenden uit te keren, dan kan u dat beter dit jaar nog doen in plaats van volgend jaar en zo 2% besparen. Er moet dan enkel een algemene vergadering gehouden worden die beslist tot een tussentijdse dividenduitkering. U kan enkel tussentijdse dividenden uitkeren van bestaande reserves en overgedragen winsten, niet uit de winst van 2015.