ADVIES

De heropstartlening

14/06/2021

Met de heropstart van de horeca en de kleinhandel ondervinden vele ondernemers een concrete liquiditeitsnood voor hun aankopen van handelsgoederen, voorraden en overige heropstartkosten. De Vlaamse overheid wil hier deels aan tegemoetkomen door een lening aan te bieden voor twee of drie jaar met een rente van 1 procent, afhankelijk van het bedrag van de lening. De omvang van de heropstartlening wordt beperkt tot 25% van de geboekte aankopen van handelsgoederen in het referentiejaar 2019.

Wat is de heropstartlening?

Zoals reeds aangehaald, is deze lening voorzien voor ondernemingen die bij de heropstart na de coronamaatregelen te kampen hebben met een financieringsnood voor hun aankopen en overige heropstartkosten.

De looptijd van de lening is beperkt in de tijd en bedrag:

  • Voor leningen tot € 50.000,00 bedraagt de duur 24 maanden, voor deze leningen wordt 80% van het bedrag op de aankoopfacturen als lening aanvaard;
  • Voor leningen boven de € 50.000 bedraagt de looptijd 36 maanden, voor deze leningen wordt 50% van het bedrag op de aankoopfacturen als lening aanvaard.

De terugbetalingen gebeuren om de vier maanden in gelijke schijven. De eerste twaalf maanden van de leningsovereenkomst zijn geen terugbetalingen verschuldigd.  

De heropstartlening heeft een minimumbedrag van € 10.000 en een maximumbedrag van € 750.000. Iedere onderneming kan maximaal twee leningen toegekend krijgen op deze manier.

Wie heeft recht op de heropstartlening?

De leningen worden toegekend aan de volgende types ondernemingen meteen actieve vestigingeenheid in het Vlaamse Gewest:

  • een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent;
  • een vennootschap van privaatrecht met rechtspersoonlijkheid;
  • een vereniging zonder winstoogmerk;
  • een buitenlandse onderneming met een juridisch statuut dat gelijkwaardig is aan de drie voorgaande rechtsvormen.

Daarnaast mag de onderneming:

  • zich niet in staat van faillissement bevinden;
  • niet gedagvaard zijn door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
  • geen schulden hebben bij het Fonds Innoveren en Ondernemen in het kader van terugvorderingen bij coronagerelateerde steunmaatregelen. Dit leidt tot automatische weigering;
  • enkel ondernemingen die intrinsiek gezond waren voor de crisis (situatie 31/12/2019) komen in aanmerking;
  • op 31 december 2019 of op datum van de beslissing inzake ontvankelijkheid van de steunaanvraag  geen onderneming zijn in moeilijkheden als vermeld in punt 22, c en c bis, van de tijdelijke kaderregeling;
  • geen achterstand in de betalingen aan RSZ en BTW, behalve als hij een afbetalingsplan naleeft dat correct is gesloten met RSZ en BTW;
  • geen betalingsachterstanden van lopende kredieten bij financiële instellingen hebben, met uitzondering van de betalingsuitstellen die voorzien werden door andere coronamaatregelen;
  • niet in staat zijn haar financieringstekort via normale bankfinanciering op te lossen.

Hoeveel bedraagt de heropstartlening?

Voor de berekening van het bedrag van de lening wordt rekening gehouden met de volgende roosters uit de BTW-aangifte:

  • vak 81: aankoop van handelsgoederen, grondstoffen en hulpstoffen
  • vak 82: aankoop van diensten en diverse goederen;
  • vak 83: aankoop van bedrijfsmiddelen/investeringen;

De facturen uit deze vakken moeten voorgelegd worden en zijn beperkt tot de periode van 1 januari 2021 tot en met 1 augustus 2021. Maximaal honderd facturen kunnen ingebracht worden per lening. Voor elke ingebrachte factuur moet minstens de datum en het volgnummer van de factuur ingegeven worden bij de aanvraag, alsook de gegevens van de factuurverstrekker, en de prijs exclusief btw.

Het totale bedrag van de twee leningen die aangevraagd kunnen worden is beperkt tot 25% van de geboekte aankopen uit vak 81 van de btw-aangifte in het referentiejaar 2019 met een maximum van € 750.000. Bovendien mag maximaal 25% van het geleende bedrag bestaan uit facturen die in vakken 82 en 83 opgenomen moeten worden.

Wat na de aanvraag van een heropstartlening?

Als VLAIO de aanvraag goedkeurt, brengt zij de aanvrager op de hoogte en bezorgt ze de gegevens aan PMV voor de opmaak van de leningsovereenkomst. PMV zal dan aan de onderneming de leningsovereenkomst met het Vlaamse Gewest voorleggen.

VLAIO kan vanaf het ogenblik dat de aanvraag is ingediend, de bewijsdocumenten opvragen en controleren en zelfs ter plaatse een controle uitvoeren of de voorwaarden voor de lening worden nageleefd.

Op basis van deze controle zal VLAIO, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet reeds werd toegekend, één van de volgende beslissingen nemen:

  • de steun weigeren;
  • de toegekende steun volledig of gedeeltelijk niet uitbetalen of terugvorderen.